Het WK voetbal is begonnen. Al is dat nauwelijks te merken. Sporadisch hangt er een oranje vlaggetje in de straat, een enkele winkel stunt halfslachtig met oranje merchandise en van enige wedstrijdspanning is nog weinig sprake.

De eerste wedstrijd belooft weinig goeds voor dit WK, laten we hopen dat de pot Qatar – Ecuador niet symbolisch is voor de rest van het toernooi.

Er is al veel gezegd en geschreven over dit WK in Qatar en we moeten ook blijven spreken en schrijven over alle randzaken die veel belangrijker zijn dan het voetbal zelf.

Hoe pijnlijk en misplaatst ook, het is bijna lachwekkend hoe de FIFA te werk gaat. Alles wordt op het laatste moment nog gewijzigd. Bier in de stadions, de dagvergoeding voor genodigden en het dragen van de One Love aanvoerdersband. Dat laatste is tot dusverre de laatste truc die de FIFA heeft uitgehaald. In plaats van een, zeer onterechte, boete zou de drager van de band nu een gele kaart krijgen. Ze hebben zodoende dus zelfs invloed op het spelletje zelf!

Volledig begrijpelijk bonden de aanvoerders de door de FIFA aangewezen aanvoerdersband om. Met een volkomen onterechte gele kaart op zak voetbalt toch een stuk minder prettig.

Men loopt logischerwijs nog niet warm voor dit WK, al is het met die vrieskou wel aan te bevelen.

En toch.

Het is maandagmiddag tien voor half vijf. Winterjas, dikke warme (oranje) trui en handschoenen aan, zelfs een muts op. We fietsen naar de sportclub om de eerste wedstrijd van het Nederlands elftal te aanschouwen. De koude wind snijdt in ons gezicht. Lekker zo’n WK in de winter.

Bij binnenkomst is het niet alleen de teams van Pelle en Nìls dat de wedstrijd en masse willen kijken. Zo’n honderd jeugdige oranje fans zitten vol spanning klaar voor een goede pot voetbal. Daar gaan we gemakshalve toch vanuit.

De sfeer zit er verbazingwekkend goed in. Bij het herhalen van de goals van Oranje in de voorbeschouwing, zetten de honderd hun kinderkelen luid open. Een gekrijs dat bijna de ruiten doet springen.

Eerst kijk ik nog vertederend naar het jonge grut, maar bij de zoveelste herhaling gearmd met hetzelfde gekrijs, denk ik bijna hardop dat het ook wel een beetje minder kan.

Dan krijg ik door dat de twee televisies die zijn opgehangen absoluut niet synchroon lopen. De ene tv ligt zo’n twee seconden voor op de andere. Nu is twee seconden in de regel niet veel, maar in deze situatie is het toch niet helemaal lekker.

Het gekrijs van de kinderen wordt overstemd door gouwen ouwen als de humpahumpa versie van Laat me, Ramses zou zich zeker een paar keer hebben omgedraaid, Wij zijn Oranje en andere humpahumpa muziek.

Een veel te harde stem door een microfoon maakt kenbaar dat de vooraf bestelde snackbox in de rust kan worden opgehaald. Buiten de schrik, wel goed geregeld.

Alleen hoe hard het geluid uit de microfoon is, hoe zacht het geluid van de tv’s. Ze krijgen het niet voor elkaar het geluid van de tv via de boxen af te spelen.

Ik kom met het lumineuze idee om Radio 1 Langs de lijn op te zetten.

Helaas.

Gek genoeg loopt het geluid van de radio zo’n anderhalve minuut achter op het beeld.

Tja. Beter iets dan niets.

Daar kom ik vrij snel van terug.

De rest van de mensen om mij heen vindt het wel best zo.

Ik weet m’n plek.

De wedstrijd is eigenlijk niet om aan te gluren. Nu ben ik allerminst objectief maar de gedragingen van de jeugdige supporters geven te kennen dat ik niet alleen sta. Een groot aantal zit op de telefoon. Anderen zijn met elkaar aan het stoeien. Weer anderen zitten met de rug naar het scherm gezellig te kletsen. Enkelen zijn zelfs de miezer ingegaan om een potje te voetballen.

Dat de aandacht verslapt, is nogal eufemistisch uitgedrukt

Tot de 84ste minuut. Frenkie draait zich knap vrij. Cody anticipeert op deze bal en laat hem via zijn hoofd tegen het net glijden.

Weer het oorverdovende gekrijs. Nu met enkele zware mannenstemmen.

Het wordt zelfs nog 2-0. In de dying seconds. Weer het gekrijs. Iets minder mannenstemmen.

We geven aan dat we naar huis gaan. Schorre kinderstemmen vragen verbaasd waarom nu al.

Op de fiets naar huis voel ik dat ik best een verhit hoofd heb.

Het is nu nog geen koorts, hooguit een oranjegriepje.