Lieve Sunweppers

Voor het eerst van mijn leven gaan we op een zonvakantie, volledig georganiseerd door Sunweb.

Nu doet deze eerste zin vermoeden dat het eiland Kos dan ook de volledige week overgoten zou zijn met warme lentezon. Bij het landen wordt echter vanuit de cockpit al aangegeven dat het wat bewolkter is dan ze gewend zijn. Femke, de reisleidster van Sunweb, doet er in de touringcar nog een schepje bovenop.

‘Vorige week was het werkelijk fantastisch weer, helaas moeten we nu rekening houden met een harde wind en wat hardnekkige bewolking.’ Als jullie verder nog vragen hebben, kijk even in de Sunweb-app of je kan een van ons even aanschieten.’

Onbewust denk ik ‘afschieten’. Want een leugentje om bestwil was hier wel degelijk op zijn plaats geweest.

´Vorige week was het hier werkelijk hondenweer. Jullie hebben echt geluk, want zoals het er nu naar uitziet wordt het fantastisch weer. De bewolking zal waarschijnlijk zo wegtrekken.’

Zo kan het ook.

Het valt eerlijk gezegd nog best mee, maar de zon heeft niet steevast de overhand. Jammer. Op een zonvakantie wil je immers dat de zon schijnt. Als je aardbeientaart bestelt, verwacht je toch ook dat er aardbeien in en op je taartje zitten.

Het gaat enkele dagen redelijk. Zondag is fantastisch, maandag valt dan weer wat tegen. De vooruitzichten voor dinsdag zijn hoopgevend.

Valse hoop zo blijkt.

Juist deze dag is gekozen voor een boottrip langs drie eilanden. Een goed begin is het halve werk.

Een slecht begin…? Keurig op tijd melden wij ons op de afgesproken plek bij Anne en Cedric van Sunweb.

De boot waar we eigenlijk mee zouden gaan varen, vertoont mankementen. Dus zijn we uitgeweken naar een ander schip. Een remake van de boot uit The pirates of the Caribbean. Mijn jongens blij, ik kijk verschrikt om me heen hoeveel mensen er wel niet op deze trip meegaan. Wanneer wij onze plek hebben gevonden, een plastic matrasje op het dek, zijn we klaar voor vertrek. Oh nee, toch niet. Ook hier geen soepel draaiende motor. Driekwartier vertraging omdat er ook hier wat geklust moet worden.

Voordat we ons op onze plastic matrasjes hebben genesteld, wordt ook de muziek getest. Nu werden wij al van vals klinkende muziek voorzien door wat meiden die hun kater proberen weg te zingen. Ik hoop oprecht dat zij zich er beter door voelen, dan is het nog ergens goed voor geweest.

Dan worden ze overstemd door de muziek van de boot. Gelukkig, denk ik nog in eerste instantie.

Maar bij de bekende tonen van Zwemmen in Bacardi lemon, gevolgd door Heb je even voor mij, denk ik bijna met weemoed terug aan het kattengejank van mijn brakke buurvrouwen.

Als ik merk dat ze de muziek niet aan het testen zijn, maar continu op standje teringhard laten staan, besef ik dat de kans dat wij dolfijnen gaan spotten net zo groot is als de kans dat de zon nog gaat schijnen. Die droom kan ik dus laten varen. Wij varen overigens nòg niet.

Eindelijk kiezen we het ruime sop. De ene Nederlandse kraker, wordt afgewisseld met het volgende Carnavalsnummer dat weer wordt opgevolgd door een nummer uit de Skihut top 100.

De luidsprekers op kneiterhard kunnen spijtig genoeg het irritante gehinnik van een Engelse dame, al gaat het woord dame hier niet op, niet overstemmen.

Het waait. Het is bewolkt. Soms zelfs een spat regen. Koud. De zon trekt zich verder en verder terug.

De enige zonnestralen die op mij neerdalen komen kneiterhard uit de boxen waar we onder liggen. Zelfs dit goede nummer van Acda en De Munnik kan ik op deze manier niet waarderen.

Juist op dat moment roept Cedric van Sunweb door de microfoon: ‘Lieve Sunweppers, we zijn bijna op het volgende eiland.’ Ik weet niet of de rilling over mijn rug van de kou komt of van de term Sunweppers.

Op het tweede eiland leggen we aan voor een bezoek aan het sponzenmuseum en een lunch.

Vol chagrijn, met een piep in mijn oren en een stijve nek van het steeds maar hoopvol omhoogkijken loop ik als een mak schaap achter de meute aan. Wat een verschrikking.

In het sponzenmuseum vertelt een mevrouw in steenkolen Engels wat over de sponzen en het duiken naar die sponzen. Ik kijk vreemd op als zelfs dit gebroken Engels vertaald moet worden.

Na een weinig te versmaden lunch volgen alle Sunweppers in een niet al te vrolijke polonaise hun weg naar de boot.

Bij het derde eiland wordt eenieder uitgedaagd om ondanks de kou, wind, regen en bewolking toch een duik te nemen. Mijn drie jongens durven de uitdaging wel aan te gaan. Uiteindelijk blijken dat er toch twee te zijn.

Bibberend en klappertandend komen ze boven. Maar ze hebben het gedaan.

Als beloning wacht hen enkele dagen later een Sunny, een knuffel van Sunweb.

Sunny, een mooi aandenken aan een allesbehalve zonnige dag.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *