Platzak 

Zongebruind en goed gehumeurd zitten we in de volgeladen Volvo. Moeders hanteert zoals gewoonlijk het stuur. Ik zorg vanuit een opgevouwen positie op de achterbank voor de versnaperingen. Drie jongens zitten als drie gebochelden van de Notre-Dame zowat in hun telefoon.  

Plankgas gaan we niet, onze volgeladen aanhangwagen met vijf fietsen daar bovenop laat dit helaas niet toe. 

Ik mijmer wat weg en denk terug aan de heerlijke weken die we al gehad hebben en laat mijn gedachten gaan over wat we nog kunnen verwachten. Onze volgende en laatste stop is een camping aan de Loire. Kastelen, prachtige fietspaden en als het goed is het weer van de afgelopen tijd. Warm. Heet. Gloeiend.  

Hard getoeter wekt mij bruut uit mijn overpeinzingen. Behoorlijk naïef zwaai ik naar de mensen in de passerende auto. Zij zwaaien echter niet terug, maar wijzen met enige paniek naar achteren.  

Oh, denk ik, het zeil dat over het karretje is gespannen zal wel wat los zijn geraakt. Niets om ons zorgen over te maken.  

Een volgende auto passeert. Weer getoeter. Geen gezwaai. Wel weer het wijzen naar achteren.  

Wat maken die mensen zich toch druk over zo’n stukje losgeraakt zeil, denk ik bijna hardop. Onze chauffeuse denkt er ook het zijne van en geeft te kennen dat we de eerste de beste P eraf moeten.  

Uiteraard word je, als je zo’n naar pis meurende parkeerplaats niet nodig hebt, doodgegooid met dergelijke rustplaatsen, heb je er daadwerkelijk een snel nodig? 

Na twintig lange minuten en nog zeker zeven toeterende auto’s en wijzende personen, hebben we dan werkelijk een parkeerplaats te pakken. Ik loop om de auto heen en zie inderdaad dat er een klein hoekje van het zeil is losgeraakt. ‘Wat kunnen mensen zich toch aanstellen,’ zeg ik terwijl ik het stukje plastic aan de rest van gezin laat zien. Maar als ik even verder om het wagentje heenloop zie ik tot mijn schrik dat er toch voor iets anders getoeterd en gewezen is.  

Platte band. De linker band is aan één kant helemaal versleten en volledig plat. Met mijn goede gedrag ga ik met de krik uit de Volvo aan de slag. Spijtig genoeg is de onderkant van de aanhangwagen veel hoger dan de onderkant van de auto en is het karretje nog lang niet ver genoeg omhoog getild wanneer de krik al wel volledig is uitgedraaid. Lekker dan. Met een steen eronder krijg ik het uiteindelijk voor elkaar om de wagen ver genoeg op te tillen en de lekke band te verwijderen. 

Nu de nieuwe band erop. Helaas is een hard opgepompte band veel voluptueuzer dan een lekke band. Maar de krik kan gewoonweg niet verder omhoog.  

Gelukkig heb ik mijn verjaardagscadeau meegenomen. Niet het stel sokken. Wel een Makita accupomp. Hier kan je zelfs autobanden mee oppompen. Met een takje laat ik de goede harde band helemaal leeglopen en nu kan ik de band er redelijk gemakkelijk omheen leggen. Even pompen en klaar. Trots als een pauw sla ik het stof van mijn broek, alleen had ik niet aan het smeer aan mijn handen gedacht. Maar zelfs dat zit mijn trotse gevoel niet in de weg.  

We kunnen weer op reis.  

Een paar uur later dan gepland komen we bij de camping aan. De luchtbel was al redelijk doorgeprikt, maar bij het aanschouwen van deze Duitse bejaarden weide, zakt ons de moed volledig in de schoenen. Dan kijken we voor de zekerheid nog even op de weer-app en zien dat het morgen gaat hozen.

Dit wordt ‘m niet.

We besluiten na een overleg van ongeveer 7 seconden dat we morgen verder reizen.  

De volgende dag rijden we vol goede moed verder naar het noorden. Naar huis. 

Als je eenmaal de beslissing hebt genomen, heb je ook wel weer zin om naar huis te gaan.  

Helaas. Weer getoeter. Weer het wijzen. 

Déjà vu. 

Parkeerplaats op. Lekke band aan de andere kant. Alleen daar stopt de déjà vu. We hebben geen reserveband meer.  

Bellen met de Volvo-service. Binnen dertig minuten staat er een gele laadwagen om af te voeren naar de eerste de beste garage.  

Helaas.

Het is zondag en maandag 15 augustus is het nationale feestdag in Frankrijk. Alles is dus gesloten. Ja, ook alle garages.  

Het eerste de beste hotel in een dorpje waar je anders nooit van je leven zou komen, is een klein stukje paradijs op aarde. Privézwembad, fantastisch ontbijtbuffet, heerlijke wijnen. Elk nadeel heb z’n voordeel.  

Uiteindelijk kunnen we woensdagochtend met twee nieuwe banden onze terugreis voortzetten. Bij het afrekenen zien we dat we in de drie dagen hotel bijna net zoveel hebben uitgegeven als in drie weken kamperen.  

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *