De gouden gids, nou ja bijna

Dubai dag 7

De routine zit er lekker in. Om 7.30 ben ik wakker en om 7.55 zing ik mijn kamergenoot langzaam de realiteit in. We sporten een uurtje en maken ons klaar voor een dagje bezienswaardigheden.

Het is hier zo warm en heet dat grote afstanden fietsen of lopen niet te doen zijn. Toch willen we wel wat meer zien dan de kelder van het ontbijt, de ontbijtzaal en het strand. Dus hebben we Sajid, onze vriendelijke Pakistaanse Uberchauffeur, gevraagd om ons een dagje rond te rijden. ‘Ons’ is deze dagen Niels en ik. Ghias en nu ook Hassan kiezen volledig hun eigen weg.

De eerste stop die we maken is bij de kruidenmarkt. Na twee meter is er al door vijf verschillende personen zeventien keer aan mij gevraagd of ik iets wil, wil proeven, wil kopen, wil voelen, wil ruiken. Dit gaat de volgende 14 minuten zo door. Dan is Niels er ook klaar mee. Ik natuurlijk al veel eerder.

Ik moet wel vermelden dat het een prachtige idyllisch en nostalgische setting is, al die verschillend kruiden en dus kleuren in rieten manden of gebakken potten. De opdringerige verkopers maken dit magische beeld oprecht kapot.

De volgende halte is de goudmarkt. Nu ben ik zelf zeker geen ekster, maar Niels wil iets moois voor zijn meisje kopen. Je ziet door de bomen het bos niet meer. Dat is niet zo gek, daar meer dan 300 juweliers hun glimmende en glinsterende sieraden aan de man of vrouw willen brengen. Uiteraard heeft Niels iets speciaals in zijn hoofd, dat eigenlijk niet zo speciaal is. Het is namelijk een slavenarmband zonder opsmuk, tierelantijntjes, juwelen of diamanten.

Dat is nog best een lastige opgave. We gaan zeker een stuk of tien zaken binnen, kijken en vragen naar de slavenarmband, en gaan steevast onverrichter zaken weer door. Na die tien winkels vinden we het beiden meer dan genoeg. We lopen terug naar waar Sajid staat geparkeerd. In het laatste winkeltje op de rij, voordat we de hoek omgaan en de goudmarkt achter ons laten, zien we in de etalage precies de armband liggen waar Niels naar op zoek is. We reageren overduidelijk veel te enthousiast, hetgeen het afdingen niet echt vergemakkelijkt.  

Toch weet Niels een mooie prijs te maken en stappen we bezweet maar voldaan de verkoelde auto weer in.

Sajid vertelt honderduit, maar we verstaan er allebei bar weinig van. Hij lacht vriendelijk zijn geelbruine tanden bloot en eindigt iedere zin met ‘Sir’. Niels ziet hem wat in zijn mond stoppen en vraagt wat het is. Ietwat gegeneerd vertelt Sajid dat het snus is. Het is heel slecht geeft hij aan. De geelbruine tanden zijn niet eens zijn eigen tanden. Die heeft hij voorgoed voor dit setje ingeruild.

Hij is zo aardig en zo vriendelijk. Maar ik ben na drie uur wel uitgereden. We komen langs Dubai picture Frame, vreemd eigenlijk dat we hier langsrijden. Een groot gebouw in de vorm van een schilderijlijst. Andere gebouwen vind ik absoluut indrukwekkender. We passeren het eerste hotel van Dubai. Dan stoppen we bij de Dubai Mall, als we hierdoorheen zijn gelopen komen we bij de Burj Khalifa. Ongekend hoe groot en hoog dat gebouw is. Een goede foto maken is gewoonweg onmogelijk. Daar is deze jongen echt te hoog voor. We doen Palm Jumeirha aan, waar twee mega grote en dure hotels staan. Alles is duur hier. Maar deze hotels steken er met kop en schouders bovenuit. Er is zelfs voor deze twee hotels een aparte metrobaan aangelegd.

De laatste stop is in aantocht. We vragen of hij ons bij het mooiste en beste strand kan afzetten dat hij kent. Niet dat hij al zijn verdiende punten moet inleveren, maar stijgen op de ladder doet hij ook niet.

We komen aan op een strandje van een meter of 8 breed. Het ziet er zwart van de bruin gebronsde mensen. Om de 5 meter staat of moeder, vriendin of de vriend/man van een dame in het water, in de branding, staand op het strand, liggend in de kabbelende golven te filmen en te fotograferen. Je lacht je kapot! Wat een poppenkast en schijnvertoning.

Terwijl de zon langzaam achter het hotel zakt, dank Sajid voor inderdaad de mooiste zonsondergang van Dubai, komt er een man met twee kamelen aanlopen. Dit lijkt het begin van een mop, maar levert in plaats van een lach, prachtige foto’s op.

We besluiten zo ver mogelijk langs de kust richting het hotel te lopen. Het is ongelooflijk hoeveel warmte er van de zee afkomt, nu de zon niet meer schijnt. Een paar uur terug zocht je het water nog op voor wat ‘verkoeling’, nu loop je in de branding tegen een muur van warmte op.

Na zo’n 19.000 stappen, zien we dat het nog zeker 19 km is naar het hotel.

De Uber is om de hoek en brengt ons weer veilig ‘thuis’.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *