Dubai dag 3

De eerste dag van het event is aangebroken. Nog voor de wekker van 8.00 word ik wakker. De overhemden zijn gestreken, hopelijk doen we als team straks hetzelfde met de eer.

Niels en ik begeven ons naar beneden. 9.00 uur hebben we afgesproken gezamenlijk te ontbijten. Het wordt 9.10, 9.20. We bellen maar eens hoe de zaken er voor staan. Een doodvermoeide stem geeft te kennen dat ze er binnen tien minuten zijn. 9.35 komen onze fashion slakjes aankruipen. Wij zijn dan zo goed als klaar met eten en gaan alvast een kijken of de zalen zo goed als klaar zijn. Het event start immers om 11.30.

Oef.

Er moet nog ontzettend veel gebeuren. Begintijd is wat opportunistisch, haast onmogelijk, maar we gaan het zien.

Door de excellente voorbereiding van Hassan moeten we roeien met de riemen die we hebben. Ik zie ons dan ook vooral met de handen in het water de boot die Sipan Style heet hele kleine stukjes naar voren bewegen. Alternatieven zijn er niet.

Gisteren hebben we in allerijl nog snel twee video’s in elkaar geklust en willen deze bij onze tafel afspelen, maar twee verschillende laptops op tafel geeft te veel blijk van de zeer magere voorbereiding.

Gelukkig komen we precies op tijd op het lumineuze idee om de grote breedbeeld van onze hotelkamer te trekken. Zodoende loop ik even later als een struisvogel door het hotel. Als ik de mensen niet aankijk zullen ze mij vast ook niet zien, zoiets. Dat het ding minstens een meter breed is en Niels hinnikend van het lachen voor mij uit loopt helpt niet echt mee met mijn camouflage.

Toch nog vele vreemde blikken ontwijkend komen we aan bij onze tafel. Na een paar keer vriendelijk vragen is de les snel geleerd. Met brutaal en wellicht wat overmoedig gedrag kom je verder. We willen wat hoogte verschil op de tafel die met een prachtig zwart elastisch laken omspannen is. We proberen het maar met de theedoos van onze kamer. Hmwja. Net niet.

We denken terug aan ons eerst plan dat door het personeel zeer vriendelijk is afgewimpeld. Bij het buffet staan de schalen op plakken boomstam van verschillende diktes. Perfect! Op een ongezien moment, naar wij dachten, pakken we twee van die plakken mee. Betrapt. ‘Thank you so much!’ Heel vriendelijk lachen. En doorlopen.

De tafel ziet er werkelijk prachtig uit. Mag je dat van jezelf zeggen, Mart? Ja dat mag.

Na wat wanhopige pogingen de tv veilig op onze rolkoffer te plaatsen, gek genoeg is duckttape hier nergens te krijgen, eisen we brutaal een extra statafel op. Men leert snel.

Tegenover ons staan op het eerste gezicht wat vreemde vogels. Maar achter de laag make-up en de volgespoten lippen schuilen twee zeer vriendelijk dames. Aan de buren zal het vandaag niet liggen.

Dubai dag 2

Alhoewel de taxichauf van geluk spreekt dat het deze week niet zo warm wordt, is de 29 graden om 4.45 wederom een flinke dreun in het gezicht. De airco in de taxi zorgt gelukkigerwijs voor de nodige verkoeling. Ik bedenk me dat deze stad zonder de uitvinding van airconditioning nooit had kunnen bestaan. Onderweg zie ik gek genoeg vele groene grasstroken en nog groenere aangelegde parken, zuinig met water zijn ze hier ook allerminst.

Na een ritje van twintig minuten worden we bij het Marriott hotel afgezet. Even is er enig gedoe met de kamers. Gek genoeg wil ook Hassan niet samen met Ghias in een kingsize bed. Ghias doet nog een verwoede poging om bij ons te mogen liggen. Jammer vriend. Een volgende keer… ook zeker niet.

Onze kamer grenst aan een heerlijk dakterras en het uitzicht vanuit bed op de stad is waanzinnig.

Na een frisse douche kunnen we ontbijten. Met een mega super ongekend waanzinnig uitgebreid ontbijt, doe ik het ontbijt absoluut te kort. Ongelooflijk. Als ik Ghias zijn dienblad zie vullen, besluit ik direct om bescheiden een paar keer te lopen.

De invulling van de dag ziet er in eerste instantie zeer aantrekkelijk uit. We doen even een powernap, gaan de gym eens aan een grondig onderzoek onderwerpen en daarna laten we ons naar alle waarschijnlijkheid in het koude water van het zwembad op het dak glijden. Tot aan het onderzoek van de gym loopt alles volgens plan.

We zijn gedoucht, volledig dubbel en dwars en van boven tot onder ingesmeerd. De rugzak met e-readers, puzzelboekjes en zonnecrème is ingepakt. We slaan de handdoek om de nek, maar op het moment dat ik de klink van de hotelkamerdeur vastheb, belt Hassan.

Of we zo snel mogelijk naar beneden komen. Faris van de organisatie is er. Diepe zucht, onaardig gemompel, zwembroek weer uit, gewone kledij over de glimmende lichamen van de zonnebrand.

De dag wordt vervolgens volledig gevuld met afspraken, filmpjes maken, posters ontwerpen, planningen doornemen, 417 rondjes door de ruimtes lopen, af en toe in het Engels goede ideeën opperen, maar vooral als vijfde wiel aan de wagen als opvulling van de ruimte meelachen als er gelachen wordt. Vrijwel alles wordt namelijk in het Arabisch besproken. De combinatie dat Hassan geen Engels spreekt en ons Arabisch ook vrij roestig is, maakt het allemaal niet makkelijker.

De kabbelende yoga muziek met fluitende vogeltjes en rollende golven doet mij op een gegeven moment schuimbekken van agressiviteit.

Dan.

Om 17.00 zetten we er voor vandaag eindelijk een punt achter. We gaan eindelijk naar buiten. Helaas. Weer een misvatting. Het enige buiten dat ik vandaag zal zien is de paar meter van binnen naar de taxi en van de taxi weer naar binnen.

De jongens willen heel graag naar de Dubai Mall.

Ik heb van mijn leven nog nooit zoveel winkels bij elkaar en op elkaar gezien. Dat klopt. De ruim 1200 winkels doen me duizelen. Al die duizenden mensen nog veel meer. Wat een verschrikking.

Hassan en Ghias willen heel graag, wij zijn lijdend voorwerp. Maar lekker rap door deze ellende heen wandelen is er niet bij.

Buiten de 1200 winkels staat er om de vijf meter in het midden van het looppad een sjacheraar zijn unieke zooi te verkopen en zo flink zijn zakken te vullen.

Speciale parfums en verjongingsmiddelen voeren de boventoon. Lachend om de onbegrensde naïviteit van al die mensen die stoppen en volle bak stinken in de verkooppraatjes. Zou stinkend rijk daar misschien vandaan komen?

Alsof het nog niet gek genoeg is, loop ik even weg van de drukte en voor ik er erg in heb sta ik aan de rand van een schaatsbaan. Ja, een schaatsbaan. Buiten is het 40 graden.

Onze twee langzame vrienden zijn onder andere zo traag, omdat zij telkenmale ten prooi vallen aan de mooie verkooppraatjes.

Hassan blijft lang staan bij een tentje dat je wallen wegwerkt. Dan zie ik dat hij zich letterlijk iets laat aansmeren. De mooie verkoopster heeft absoluut effect op Hassan als hij zijn wallen laat aansmeren met een goedje. Hij roept mij en in al mijn goedheid en naïviteit sta ik vervolgens ook met dat spul op mijn gezicht. Groen als gras dacht ik dat het een kleurtje was dat de wallen enigszins wegwerkt. Maar dan begint het te trekken, alsof iemand een tube Bison kit onder mijn ogen heeft gesmeerd. Ik weet niet hoe snel ik die zooi van mijn gezicht moet laten halen.

Wijselijk genoeg luistert Hassan naar ons advies en laat de tubes gebakken lucht mooi liggen, een tubetje kost overigens €280,00. Wel echt een koopje als je de originele prijs ziet…

Niels en ik zijn zo klaar met de drukte dat we Hassan en Ghias op het hart drukken de biezen te pakken. Dat we vanmorgen om 8.00 voor het laatst wat hebben gegeten, het is inmiddels 18.45, speelt inmiddels de hoofdrol.

We komen voor 32 seconden buiten en worden naar een taxi geleid. We moeten 130 Dirham betalen. De heenreis kostte 32 Dirham dus ergens klopt er iets niet.

Het is nu spitsuur’, zegt de man die ons naar de taxi begeleidde en in gedachten al stevig zijn zakken vult.

Jammer voor hem, maar hier trappen wij niet in. We stappen uit en pakken een taxi met een meter. 27 Dirham later komen we aan bij ons restaurant waar een vriend van Hassan en Ghias al lekker aan een waterpijp zitten. We zien alleen op het adres dat is doorgegeven een supermarkt. We stappen weer in, checken het adres, rijden 15 cm en zien dan dat het restaurant om de hoek zit. Zo’n dag dus.

Tijdens het eten wordt er weinig gesproken. We zijn allemaal uitgeblust. Op groot scherm wordt Engels voetbal uitgezonden, op dat moment een heerlijke afleiding.

We zijn weer helemaal wakker als we bij Fouad, die vriend van Hassan, in zijn Mustang cabrio stappen en een stevige rondrit over de snelweg van Dubai maken. One night in Dubai galmt snoeihard door de boxen. Naast een lesje voorbereiden, mag Hassan zeker een bijspijkercursus navigeren en autorijden gaan boeken.

Na acht keer een afslag te hebben gemist, is Fouad het zat en laat Hassan ergens ‘veilig’ bij een uitvoegstrook, maar wel midden op de snelweg stoppen en neemt het stuur weer over.

Totaal gesloopt komen we op onze kamer. We strijken onze overhemden voor morgen en gaan dan heerlijk onder de wol. Ook hier doet de airco zijn werk.

Dubai dag 1

Net voordat het vliegtuig de landing inzet, vertelt Hassan dat hij zijn broertje in Caïro even moet zien. Er is een document dat zijn vingerafdruk nodig heeft en broerlief staat buiten het vliegveld klaar om het document in ontvangst te nemen. Onze grote vriend kan knippen, föhnen en stylen als de beste, lekker de dingen een beetje voorbereiden, daar moet duidelijk nog aan gewerkt worden. Hij is was even vergeten dat hij dit belangrijke document moest afgeven en al helemaal vergeten dat hij nog een vingerafdruk moet regelen. Niels werkt inmiddels bij de recherche dus heeft zeker vier van die stempelkussens in zijn nachtkastje liggen. Door de excellente voorbereiding van Hassan gaan we noodgedwongen met balpen en kladblok aan de slag om de vingerafdruk te oefenen. Ondanks de flinke inktvlek en een lege balpen is de vingerafdruk nauwelijks te zien. Helaas. Dat wordt niet wat.

Het vliegtuig is geland. Iedereen pakt zijn spullen. Hassan belt zijn broertje. Als vrijwel het hele vliegtuig leeg is, lijkt het ons ook wel zo verstandig om onze handbagage bij de hand te nemen en een beetje door te lopen… Het vliegtuig naar Dubai vertrekt immers om 22.35.

Met versnelde looppas komen we de hal van Caïro binnen. Alhoewel er overal borden hangen dat roken toch echt ten strengste verboden is, slaat de shaglucht ons lelijk in het gezicht. Ik vraag me oprecht af waarom men hier nog en masse nog met mondkapjes op loopt… Denken ze hier echt dat ze op deze manier veilig zijn voor besmettelijke ziektes of kunnen de meeste die rooklucht ook maar weinig waarderen?

Het is niet echt duidelijk waar we moeten zijn. Na letterlijk twee rondjes te hebben gelopen, zien we dat we naar beneden moeten. De tijd verplicht ons nu echt even doorstappen.

Waar gedronken is, water en thee dit keer, moet ook worden gewaterd. Ook dit moet enigszins rapido, daar de tijd stiekem flink wat sneller gaat dan onze tred.

We komen langs een gezellig cafeetje. Althans zo ziet het er in eerste instantie uit. Hassan stelt nog voor om even een lekker kopje koffie te drinken. Voor heel even vergeet hij dat we het vliegtuig moeten halen. Als bewijs haal ik mijn ticket tevoorschijn en wil laten zien dat er toch echt duidelijk 22.35 staat aangegeven. Ik kijk nog eens goed. Er staat inderdaad overduidelijk 22.35, alleen is dat de tijd dat de gate opengaat. Ons vliegtuig vertrekt pas om 23.45. Dus.

Gelukkig kunnen we nu in alle rust even een kopje koffie halen in het gezellige koffiehuis.

Als we binnenstappen, verlang ik met weemoed terug naar de lichte shaglucht in de ontvangsthal. Het staat er volledig blauw. Daarbij dringt een enorme dosis aan testosteron zich aan mij op. Enig tegen’wicht’ is nergens te bekennen. Aan de meeste tafels zit een man alleen, nou ja alleen, samen met een asbak twee pakken sigaretten en een beker gitzwarte meuk. Ogenschijnlijk kijken ze naar een belangrijke voetbalwedstrijd, want de ellenlange prijsuitreiking wordt volledig gefocust op de voet gevolgd.

Overigens is dit de eerste keer dat ik een café vol met mannen voetbal zie kijken zonder dat er maar ook een druppel bier te zien is. En dat komt niet door het dikke rookgordijn.

De bakjes koffie met suiker, of eigenlijk suiker met een beetje koffiedrap, zijn niet te versmaden. Maar je moet ook hier een gegeven kameel niet in de bek kijken. Met een zuur gezicht werk ik mij door de zoete lauwwarme vloeistof. Hassan voelt zich helemaal thuis, steekt een welverdiend sigaretje op, maar dan verdwijnt ook zijn vrolijke lach als sneeuw voor de zon zo gauw hij een slok neemt. Met een vriendelijke knik nemen wij afscheid van de rokende mannen in witte jurken en weten we niet hoe snel we ons naar buiten moeten begeven.

Inmiddels kunnen wij ook aansluiten en staan we weer in de rij voor een tassencheck. De schoenen moeten uit, de riem moet af en we worden voor de zoveelste keer, al is het minder dan halfslachtig, gefouilleerd. Een overduidelijk voorbeeld van schijnveiligheid.

Niels, onze angstzaaier, gooit net voordat wij aan de beurt zijn nog even een klein bommetje in de groep:

‘Hassan, Hassan ik zou echt je cashgeld beter verstoppen. Straks nemen ze het in…’

Op zich een goede grap, alleen niet op dit moment. Compleet schizofreen van de stress haalt Hassan zijn ‘zakgeld’ uit het voorvak en propt de stapels in een ander vak in zijn tas. Tja. Schijnveiligheid.

Als ze bier in het koffiehuis hadden geschonken, hadden ze de wachthal prima als koelkast kunnen gebruiken. Het is werkelijk stervenskoud.

We kunnen boarden. Wederom ietwat vertraagd, maar ach. We laten Egypte voor nu even voor wat het is.

En dan. Tien minuten voordat we voet zetten op het verhitte asfalt van Dubai, vertelt Hassan dat we eigenlijk helemaal niet in Egypte hadden hoeven overstappen. Hij had die extra stop ingepland om het document aan zijn broertje te geven.

Tot zover de vijf meest zinloze uren van mijn leven.

Dubai dag 1

Ondanks het feit dat de spanning er toch al een paar dagen goed in zit, heb ik een redelijk goede nacht gehad.

Tegen eerdere berichtgeving in, schijnt de zon volop als ik om 6.55 wakker word. Fit en uitgerust sla ik de benen over de rand van het bed.

Ik ben er klaar voor.

De megakoffer gevuld voor tien dagen Dubai, staat rustig op mij te wachten.

Tien dagen Dubai. Drie dagen op een beautybeurs. Eén speech in het Engels, als manager van mijn kapper samen met een oud-leerling Niels die inmiddels een zeer goede vriend is als sales manager. Wie dit verhaal zou hebben geschreven zou worden afgebrand, omdat het in alle opzichten compleet ongeloofwaardig is. Toch is het wel degelijk waar.

Gisteren hebben we de laatste zaken doorgesproken en is mijn haar gefresht. Een krappe vier weken geleden zat ik nog in de stoel en in de regel ga ik eens per kwartaal. Nu zat ik daar dus weer. Ik heb nog nooit zo lang in de stoel gezeten. Alles werd met uiterste precisie en tot in perfectie geknipt, getrimd en geschoren. Als manager van een letterlijk beroemde haarstylist met ruim 1,4 miljoen volgers op Instagram, moet je er zonder piekhaar wel piekfijn uitzien.

Tegen beter weten in proberen Niels en ik Hassan er van te overtuigen dat het reizen met de trein toch echt het handigst, snels en bovenal het goedkoopst is. Hassan is onverbiddelijk. We gaan met de auto.

Ik kus mijn familie gedag en begin aan de 1500 hobbelen met de megarolkoffer die ineens niet meer zo rustig is. Ik had beter een kilometer over een geasfalteerd fietspad kunnen omlopen dan dit ongeleide projectiel over de klinkers te duwen en te trekken. Maar acht, het zonnetje schijnt en er staat een aardige zakenreis op punt van beginnen.

Bij zijn kapperszaak neemt zijn vrouw uitgebreid afscheid en noemt nogmaals dat wij hem in de gaten moeten houden. De grap ‘What happens in Dubai, stays in Dubai’, wordt matig ontvangen en een geforceerde glimlach van een boerin met kiespijn valt mij ten deel.

Dan is de reis begonnen. De kilometers schieten onder ons door, maar Hassan wordt om de haverklap door al zijn sociale media connecties gestoord. Niels is het zat en dwingt Hassan naar de achterbank. Als een ondeugend hondje dat voor straf zijn hok in moet kruipt hij achter de bestuurdersstoel.

Hassan beantwoordt al zijn social media berichten, telt het kleine beetje zakgeld dat hij heeft meegenomen en voor we er erg in hebben zien we de eerste vliegtuigen laag overvliegen. We hebben nog even de verkeerder parkeerplaats, een plek zoeken is ook nog niet zo een, twee, drie gedaan, maar dan lopen we eindelijk de grote hal binnen.

Niet veel later komt Ghias (spreek uit: Rias) onze cameraman, acteur en presentator zich bij ons voegen. De vier musketiers zijn compleet. Laatstgenoemde pakt alles aan om maar aan te tonen dat hij de kastdeuren al een tijdje achter zich heeft gesloten en dat hij mij wel een mooie verschijning vindt. Ondertussen word ik wel om de haverklap gewezen op mijn rimpels en dat ik nu echt zo snel mogelijk met Botox moet beginnen. Hij heeft me wel aan het denken gezet… Oh nee.

Het brutale lentezonnetje van vanmorgen is ruw aan de kant geduwd door donkere donderwolken en hevige stortbuien geven Schiphol een troosteloos aanzicht.

In Dubai is het strakblauw en 32 graden.

We kunnen boarden.

Op de route de Soleil kachelt een oude Toyota op de idyllische melodie van Michel Fugains ‘Une belle histoire’. Het glooiende landschap wordt ontsierd door felgekleurde ritsen van auto’s, caravans, campers, vol gestouwde busjes en vouwwagens, alle met dezelfde eindbestemming: de zon.

In de Toyota is het warm, heet. De ramen zijn met enige kracht naar beneden gedraaid daar de geopende ramen voor de enige verkoeling kunnen zorgen. De zinderende zon zorgt er echter voor dat de ‘verfrissende’ lucht die door het geopende raam naar binnen wappert, niets anders is dan een föhn zonder krultang. 

De sfeer is daarentegen opperbest. In de auto ontdekkende we een vrouwelijke en een mannelijke avonturier. Vrouwlief is die morgen voor dag en dauw opgestaan om liters vodka in kleine flesjes Spa Blauw over te gieten om maar geen argwaan te wekken bij haar geheelonthoudende reisgenoot. Deze heeft zelf overigens vol trots zijn doos met principes in de niet al te ruime kofferbak geladen. Dit nam zoveel ruimte in beslag, dat vanmorgen al de eerste pittige woordenwisseling ontstond. Het beloofde die ochtend niet veel goeds. 

Het tegendeel is echter waar. Het reizende duo was de ring van Amsterdam nog niet af of er werd al uit volle borst gezongen. De vrouwelijke bijrijder begon echter veel te vroeg het ´We zijn er bijna, we zijn er bijna´ in te zetten, hetgeen weer enige irritatie opleverde bij de chauffeur. Deze verbeet zich en overstemde dit nummer met het alom bekende ´Waarom nou jij´ van Marco Borsato. 

Zestig Nederlandstalige, vijfentwintig Engelse en anderhalve Franse hits verder reed dit illustere trio al onder Parijs.

Elk ´huwelijk´ wordt getest op de autoweg rond Parijs. Helaas beschikt het met alle respect noeste koekblik op wielen niet over geavanceerde apparatuur als Tomtom of andere gps-systemen. Een hilarisch tafereel deed zich voor en zou niet misstaan in welke slapstick dan ook. De bijrijder is er zeker van dat zij de goede afslag hebben genomen alleen ineens zien ze de Eiffeltoren wel van heel dichtbij. Midden op de Champs Elysées bemoeit de chauffeur zich toch met het lezen van de kaart. Dit doet hij met gepaste agressie en betweterij hetgeen weer enige irritatie oplevert bij de bijrijder. Deze laat zich de Franse kaas niet van het brood eten en houdt de kaart opzettelijk stevig vast, hierdoor moet de chauffeur die de kaart in handen wil krijgen wel een stevig ruk geven… Met verbaasde blik ziet het tweetal hoe de kaart in tweeën, als een vrije vogel in een woeste herfststorm het raam uitvliegt.

Inmiddels kachelt de Toyota verder over de Route de Soleil, ingehaald door vrachtwagens, meterslange caravans, tractoren met mestwagens, etc. De Toyota kan wel harder, maar de chauffeur heeft zo zijn principes. 

Zeven uur later dan gepland bereikt ons reizende circus hun eindbestemming. Vrouwlief snakt naar een Spa Blauw en haar metgezel evenzeer… 

Eerst moet echter de tent worden opgezet. Het is pas goed rusten na gedane arbeid. Tja. De tent opzetten.

Dat er geen instructievideo is meegeleverde vindt onze Spa Blauw lurkende reisgenoot maar onzin. Het in elkaar zetten van een Billy-kast ging nog net, maar deze ´handzame´ bungalowtent is toch andere koek. Droge, taaie en niet te versmaden peperkoek welteverstaan. 

Haar reisgenoot staat misprijzend zijn hoofd te schudden en heeft al contact gemaakt met de buren. Gezamenlijk staan ze grijnzen en laatdunkend de bezigheden te analyseren en komen zij tot de verrassende conclusie dat het zo niet moet. 

Met rood hoofd en stoom uit haar oren smijt zij de sores en de tent incluis stokken van zich af, verzamelt in haastige spoed al haar flessen Spa Blauw en neemt het eerste de beste hotel in de omgeving. 

‘Meldkamer voor de 43.01, er is een melding gemaakt van een mogelijke verhanging in de Piepstraat nummer piep, recht tegenover het Piepplein.’

‘Hier de 43.01. Wij zijn in de buurt, we gaan wel even polshoogte nemen.’

We komen aan bij het opgegeven adres en kijken automatisch omhoog.

Er brandt licht bij het nummer waar we moeten zijn.

We stappen uit en ik nogmaals werp ik de blik omhoog, terwijl mijn collega op zoek gaat naar de man met hond die melding heeft gemaakt. Ik kijk nog eens goed en schrik ik mij helemaal het apenzuur.  

Ik roep mijn collega die de man met hond spijtig genoeg niet heeft kunnen vinden. Ook hij schrikt zich helemaal het apelazarus als hij goed omhoogkijkt.

Voor de zekerheid roept mijn collega al versterking op. Ik bel aan.

Na wat gestommel, doet een jongedame in badjas de deur open. Vrolijk en toch ook enigszins verbaasd vraagt zij of zij ons ergens mee kan helpen.

‘Ben je alleen thuis?’, vraag ik, terwijl ik het beeld boven niet kan matchen met haar voorkomen.

Ze knikt instemmend.

‘Weet je dat zeker?’, vraag ik toch maar voor de zekerheid.

‘Ja, hoe zo dan?’, haar vrolijke blik heeft gedwongen plaats gemaakt voor schrik in haar ogen.

‘Kijk zelf maar.’

Ze knoopt haar ochtendjas wat strakker dicht en loopt op haar roze sloffen een paar stappen naar buiten. Dan kijkt ze omhoog.

Een gesmoorde gil. Een hand voor haar mond.

‘Dat kan helemaal niet,’ stamelt zij. ‘Nee, dat kan echt niet.’

‘Zullen we even gaan kijken?’

‘Oh, dat zou ik wel fijn vinden.’

We gaan een steile en versleten trap op en lopen door haar woonkamer naar de kamer die vanaf de straat zo goed te zien is.

Bij binnenkomst zie ik direct wat er aan de hand is.

Een of andere beunhaas heeft geprobeerd een kledingrek te timmeren. Het rek hangt via een touw uit het plafond met losse planken aan elkaar. Haar lange winterjas heeft ze over het touw gedrapeerd, daarboven hangt aan een haakje een donkerbruine cowboyhoed.

‘Hier de 43.01. Vals alarm.’ (Nu door scrollen naar beneden voor het beeldmateriaal)

Echte lef bestaat niet meer! Hooguit gore lef en nietsontziende schaamteloosheid.

In vroeger tijden bestond er nog lef zoals lef bedoeld is. Een dorpje dat dapper weerstand biedt aan de Romeinen, een moedige ridder die eerzuchtig een draak verslaat, een verzetsstrijder bij wie de inhoud van zijn boekenkast lang niet zo waardevol is als hetgeen daarachter.

Tegenwoordig heb je lef als je in adamskostuum op blind date gaat, als moeilijke eter kotsend van een blaadje sla wanhopig zoekt naar een afvalbak en als uitgekotste Lange rapper uitspraken doet die alle grenzen voorbijschieten. Bovenstaande wordt primetime uitgezonden op televisie, en ja ik heb hiernaar gekeken. Met stomme verbazing. Soms enkele minuten, waarna ik hoofdschuddend verder zap, soms het hele programma tot Astro-tv begint, omdat ik nog steeds als versteend en met opengesperde mond niet kan bevatten wat ik zojuist heb aanschouwd.

Deze schaamteloosheid verbaast mij, schudt mij wakker, maar laat me sporadisch flauwtjes glimlachen.

Een zeer gewaardeerde collega, die nogal op de centen is, komt met een tas van een aansprekend koffiecupjesmerk de ruimte binnengestapt. Ik zeg gekscherend:

‘Zozo, doe maar duur!’

‘Nee joh, juist niet!’

Zonder enige gêne vertelt hij dat hij de cupjes hergebruikt.  Pardon? Ja. Hergebruikt.

Hij en vrouwlief zoeken op de dinsdagavond de keukentafel op en maken de cupjes grondig schoon. Vervolgens worden deze gevuld met, logischerwijs, afgeprijsde koffie. Wel stevig aandrukken! Dan knipt de vrouw des huizes keurig de voorgetekende rondjes van aluminiumfolie. Tenslotte worden de folietjes goed strak over de opnieuw gevulde cupjes getrokken.

Verbijsterd, verbaasd en een diepe zucht maar ook een staande ovatie onderdrukkend, krijg ik met een ferme knipoog het stiekeme advies het ook maar eens te proberen.

Dat is pas echte lef!

Deze echte lef bestaat niet echt meer, gore lef komt helaas steeds vaker voor.

Steekpartijen, overvallen van twaalfjarigen, uit verveling complete wijken slopen en de handhavers met alles wat los maar vooral vast zit bekogelen. Wat een vieze gore lef.

Uit Elisabeth slaap zacht van Acda en de Munnik komt de fantastische strofe: Niet iedereen kan een held zijn, er moeten ook mensen gered. Ik heb echter steeds vaker het gevoel dat er te veel mensen moeten worden gered.

We kunnen gewoonweg niet genoeg lefgozers en lefmeiden leveren om al deze lefaards te redden.

Wij kaaskoppen hebben een nieuwe koning! En hoewel Jan Klaasen en Katrijn bij ondergetekende meer losmaken dan onze nieuwe koning en zijn wederhelft kan ik er niet onderuit even stiekem terug te blikken op de historische troonwisseling.

Na 123 jaar hebben we dus weer een koning. Hoera, hoera, hoera. De drukte die voorafging aan de daadwerkelijke abdicatie is tenenkrommend.

Heel Nederland viel over het Koningslied, struikelde over de boottocht en gleed uit over het fijngesneden jurkje dat Maxima wellicht, eventueel, misschien, wel dan wel niet zou gaan dragen.

De commotie rondom het Koningslied was een soap op zich. Het werd ongevraagd en onbedoeld een karikatuur van zichzelf. Eerst werd John Ewbank beticht van plagiaat, het had immers wel heel veel weg van het in de Here geschreven nummer ‘10.000 reasons to bless the Lord’ van Matt Redman. Tevens leek het ijzersterk op the themes van Shrek en The Last of the Mohicans. Overigens beweerden de bandleden van Surrender dat het Koningslied direct gekopieerd was van hun nummer ‘Bie Heweld’ uit 1997.

De geboorte van het Koningslied gaat echter nog verder terug. Het lied “The Bonnie Banks o’ Loch Lomond” is in de 19e eeuw in Schotland geschreven. Het is in Schotland zo bekend dat een stadion vol voetbalfans jong en oud het uit het hoofd mee kan zingen. Op YouTube zijn er duizenden versies te vinden. Kippenvel, hier wel! Iedereen in de Angelsaksische wereld kent dit lied.
Het lied of eerder de melodie is bijna 200 jaar oud en dus vrij van rechten. Er kan dus geen sprake zijn van plagiaat. Maar jezelf uitgeven voor “componist” van dit lied is wel gedurfd en zeker niet bang. Van het Koningslied werd ik in eerste instantie dus niet al te vrolijk.

Vervolgens plaatste Neerlandicus Wim Daniëls zijn kritische noot bij dit lied tijdens een uitzending van Pauw en Witteman. Hij deed dit met zoveel humor en plaatsvervangende schaamte dat dit optreden een enorme hit werd op YouTube.

Na zoveel kak en ellende over zich heen te hebben gehad hoefde het van John ook niet meer. Hij trok het lied terug. Maar al gauw zag hij in dat je beter met een afzichtelijk cadeau op een verjaardag kan komen aanzetten dan met geen cadeau. ‘De W van Willem’! Arggghhh.

Mijn schoenmaat slonk nog twee maten toen ik langs het concert van Andre Rieu zapte en daar Andre van Duin met zijn, voor sommige mensen, uitermate grappige voorkomen het ‘Bea bedankt, Bea bedankt’ zag inzetten. Tot mijn doofstomme verbazing kreeg hij de 10.000 man mee! Doe mij dan alsjeblieft maar het Koningslied.

Nee, wat betreft koninklijke aangelegenheden blijft het bij mij bij een flesje Royal Club bitterlemon, Koning Voetbal en een, zoals Sumuel L. Jackson het zo mooi kon zeggen in Pulp Fiction, Royal with Cheese.

Het is inmiddels 1.52. Ik lig in bed en kan de slaap niet vatten. Komt het door al die nieuwe indrukken of aan die zeven sloten koffie? Ik weet het niet. Het was overigens wel lekkere koffie. De koffie smaakte juist omdat hij mij met veel vriendelijkheid, interesse en betrokkenheid door mijn collega’s werd geserveerd.

Feit is, dat ik niet kan slapen en met een goede glimlach terugkijk op mijn eerste dagen als werkende man. De glimlach transformeert tot mijn eigen schrik tot een niet te duiden grinnik. Ik als werkende man, ik moet er toch echt nog even aan wennen.

Dat het voor mij wennen is, is eigenlijk helemaal niet zo vreemd. Nu is het voor een student die de stap maakt naar het werkende bestaan sowieso wennen, laat staan in deze tijd. Buiten de paar vriendelijke collega’s met wie ik op de afgesproken anderhalve meter koffie heb gedronken en die mij op diezelfde afstand wegwijs hebben gemaakt, was het pand nagenoeg stil en verlaten. Toch heb ik al een goed beeld gekregen van mijn nieuwe werkplek, een bedrijf waar je wordt uitgedaagd je talenten te benutten en het rondje om de kerk niet in het woordenboek voorkomt. Je krijgt veel sneller verantwoordelijkheid waardoor je leercurve steiler wordt en je zodoende nog meer gemotiveerd raakt je beste beentje voor te zetten.

‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder, La la la la, la la, lalala!’

Ik word ruw gestoord in mijn overpeinzing door een vals lallende student op straat. Geërgerd kijk ik naar de klok. 3.14. Hallo, er moeten ook mensen gewoon werken, hoor ik mezelf haast hardop zuchten. Weer dat onbeduidende gegrinnik. Nu zelfs met een hik, waarbij een weeïge smaak van koffie, bier en tosti ham kaas mee naar boven komt. Alhoewel de tosti’s goed in de smaak vielen, hoop ik oprecht dat eerdaags de kantine haar deuren weer zal openen.

Ineens moet ik terugdenken aan de vreemdste vrijdmibo die in deze tijd juist gangbaar is. De vrijmibo op afstand. Met een drankje voor de webcam en proosten op het weekend. Alhoewel het een borrel op afstand is, voelde het voor mij als een intieme borrel. Ik voelde me direct ‘one of the guys’, zonder hiermee mijn vrouwelijk collegae natuurlijk onrecht aan te willen doen.

Gek genoeg heb ik ondanks het tijdstip alweer zin om op te staan en aan de slag te gaan, wellicht wordt dit gevoel gesterkt door mijn uitzicht. Vanachter mijn bureau kijk ik op de mooiste voetbaltempel op aarde.

In de verte kraait de eerste haan.

‘Goedemiddag, NS-klantenservice, waar kan ik u mee helpen.’

‘Goedemiddag, u spreekt met Thijs Leever. Ik wil graag een abonnement voor de fietsenstalling bij Amsterdam Zuid afsluiten. De afgelopen week heb ik al met minstens acht van uw collega’s contact gehad, maar ik word steeds van het kastje naar de muur gestuurd.’

‘Ach, wat vervelend. Welke muur bedoelt u?’

‘Nee, het gaat om een abonnement bij de fietsenstalling: Zuidplein.’

‘Aha. Ik zie het al. Er schijnt een grote storing te zijn. Ik verbind u even door naar een van mijn collega’s.’

‘Uiteraard. Geen enkel probleem.’

‘Dank u wel meneer Leever, dan wens u ik nog een hele fijne dag.’

‘Ja. Prima. U ook.’

‘Goedemiddag, NS-klantenservice. Ik begrijp van mijn collega dat u problemen ondervindt bij het afsluiten van een abonnement van de fietsenstalling.’

‘Hoe raadt u het. Dat klopt. Als ik naar de kaartgegevens wil gaan, loopt het systeem vast en kom ik niet verder.’

‘Goh wat vervelend. Ik kijk even met u mee.’

‘Wat ontzettend fijn.’

‘Ik zie het al. Uw OV-chipkaart verloopt binnenkort…’

‘Mevrouw, mijn kaart verloopt eind oktober, het is vandaag 3 september, dat vind ik niet binnenkort.’

‘Hm, nee. Maar goed. U kunt daarom geen nieuw abonnement op uw huidige kaart zetten. U dient eerst een nieuwe OV-chipkaart aan te vragen’

‘Oh, nou prima toch, dan wil ik zo snel mogelijk een nieuwe OV-chipkaart aanvragen.’

‘Het spijt me meneer, maar die kunt u pas over twee weken aanvragen.’

‘Sorry?’

‘Dat zijn nu eenmaal de regels meneer. Kan ik u ergens anders nog mee van dienst zijn?’

‘Uh. Hè. Wat?’

‘Dan wens ik u nog een hele fijne dag. Dag, meneer Leever.’