De nacht is kort geweest. Erg kort. Pelle is alweer zes lentes jong en heeft de laatste tijd erg veel last van groeipijnen. De kleine korte pootjes beginnen langzaamaan te transformeren naar wat langere soepstengels.

Dit gaat spijtig genoeg gepaard met veel pijnen, vooral in de nacht. Hevig snikkend zoekt hij dan het warme nest van papa en mama en kruipt tussen ons in. Half slapend worden de kuitjes en scheenbeentjes gemasseerd en wanneer het sinasprilletje gaat werken valt het jonkje eindelijk weer in slaap.

Dat je als ouder vrijwel al je ruimte in moet leveren, je zou bijna denken dat hij al twee meter is, doe met liefde. Het verschil met het kussen en de bedrand is immers nauwelijks merkbaar. Af en toe word ik wakker gemaakt doordat er een klein handje op mijn gezicht wordt gelegd. 

Overigens denk ik dat het vannacht niet alleen de groeispurt is geweest.

Pelle is al groot en wil op zijn eigen fiets naar school. Woensdagmiddag heeft hij heel bij een vriendje vooral veel buiten gespeeld en ook daar is hij op de fiets alleen naar toe gegaan. Vanaf het vriendje is hij helemaal naar Sporting ’70 zijn voetbalclub gefietst. Op het standje koffiemolen om maar enige snelheid te kunnen maken.

Op het voetbalveld is Pelle, net als zijn broers, als een vis in het water. Hij mag dan nog steeds de kleinste zijn, hij heeft goed zicht op het spel, een techniek waar vader jaloers op is en op zijn inzet is nog minder af te rekenen.

Als hij klaar is met zijn training sluit hij aan bij de training van zijn oudere broer. Ook daar geeft hij alles. Die soepstengeltjes hebben heel wat kilometers gemaakt vandaag.

De groeipijn in de benen zal naar alle waarschijnlijkheid hand in hand gaan met wat gewone spierpijn.

Vaak smeer ik zijn beentjes even in met Nivea gezichtscreme, een placebomiddel dat vaak soelaas biedt.

Mocht ook dit niet werken, dan krijgt hij een Sinaasprilletje.

Het beste medicijn is uiteindelijk toch het warme bed van papa en mama.

Dat begin augustus de eerste pepernoten al in de schappen liggen, de Pietendiscussie elk jaar weer veel te veel aandacht opeist en het Sinterklaas kapoentje mij niet alleen de keel uitkomt, à la. Zelfs dat ik de helft van de tijd met een Pietenmuts op moet lopen, kan we weinig deren. 

Maar drie weken met drie zonen/Pieten van twee, vier en zes jaar oud in huis meedoen met de Sinterklaasgekte is ondoenlijk en gun je je ergste vijand niet. Vooral de middelste Piet gaat volledig en dus voor de volle honderd procent op in zijn rol als Piet, excuus Hoofdpiet.  

  

‘Ik heet niet Nìls, ik heet Hoofdpiet!’, krijg ik meer dan eens met gepaste agressie en samen met een handje pepernoten naar mijn hoofd geslingerd.   

  

Iedere dag moeten mijn drie zonen in een Pietenpak dan wel Sinterklaaspak worden gehesen. Dat dit niet drie weken lang iedere dag kan, levert meer dan heftige discussies op.  

Als er dan op gezette tijden toch aan die vraag wordt voldaan, breekt de hel los als niet de juiste maillot of ‘Pietenschoenen’ aanwezig zijn. New Balance schoenen die plots getransformeerd zijn tot Pietenschoenen en derhalve inmiddels met alle andere Sinterklaasspullen kunnen worden opgeborgen. Daar het echte Pietenschoenen betreft kun je die vanzelfsprekend de rest van het jaar echt niet dragen. Lekker dan. 

  

Ook wanneer in de gauwigheid of een tikkeltje expres de roetstrepen zijn vergeten, vliegt het dak, jammer genoeg zonder Sint, van het huis.  

Als de schoen is gezet en Sint heeft besloten een kleine speurtocht in dichtvorm uit te zetten, wordt dit door Nìls, uhhh excuus Hoofdpiet, absoluut niet gewaardeerd. ‘Ik houd niet van brieven!’ Met de armen krampachtig voor zijn borst gekruist zoekt hij stampvoetend een hoek die hem goed Sint…   

  

Ook als de kicksen moeten worden ondergebonden voor de wekelijkse voetbaltraining, kan dit natuurlijk niet zonder Pietenpak. Vader besluit verstandig dat de gewone kleren onder het Pietenpak aanblijven, het is immers jammer de jammer genoeg geen juni.   

Na vijf minuten in de welbekende hoek en tien minuten voor de spiegel komt Hoofdpiet schoorvoetend naar mij toe en geeft me een knuffel met de woorden: ‘Ik wist niet dat het zo mooi zou staan… Sorry, Papa.’ Ik had willen schreeuwen: ‘Ik ben niet papa! Ik ben Sinterklaas!’, maar heb dat niet gedaan en het Pietje maar al te graag in mijn armen gesloten.  

  

Op pakjesavond wisselt Hoofdpiet even van rol met Huispiet. Gewapend met plantenspuit en duizenddingendoekje wordt het hele huis gestoft en worden alle ramen gelapt. Hij gaat zo op in zijn rol dat wanneer hij snurkend tegen de laatste ruit wordt wakkergemaakt en naar bed wordt gestuurd, hij niet te stoppen is en slaapwandelend doorgaat met poetsen.   

  

Ook het Minipietje heeft zo zijn manieren om de man des huizes tot waanzin te drijven. Natuurlijk moet hij net als Hoofdpiet en Stuntpiet zijn Pietenpak aan. Hier blijft het alleen niet bij. Het Zie ginds komt de stoomboot is nogal favoriet bij de Minipiet en hij ziet dan ook graag dat eenieder dit fijne nummer, onder bepaalde dwang: Inge! Inge! Inguuuuhhh! luidkeels meezingt. Tevens weet Minipiet inmiddels hoe YouTube werkt, en vervelender nog, waar de repeat-knop zit… Na 746 keer Sinterklaas kapoentje, begint papa toch echt te schuim(pjes)bekken.    

  

De oudste en de wijste, Stuntpiet, doet graag mee aan de drukte, maar zit vooral zichzelf af en toe in de weg. De wallen tot op zijn ballen geven aan in welke conditie hij verkeert. Toch merk je dat hij echt de wijste is. Hij legt graag uit hoe het zit, hoe de Pieten nu binnenkomen, hoe Sinterklaas wist wat zij op hun verlanglijstje wilden hebben en wat er allemaal bij het Sinterklaasjournaal gebeurt.   

   

De blije Pietenbekkies bij het luiden van de deurbel, het zien van de zak cadeautjes en het openen van de pakjes doen me eerlijk gezegd snakken naar het volgende Sinterklaasfeest. Tja, niets zo veranderlijk als een Piet.  

Het aftellen is begonnen. Zaterdagnacht 10 oktober 2009 rond een uur of vier fluister je zacht dat het volgens jou is begonnen. Vader in spe is direct klaarwakker. Eerst kabbelen de weeën als rustige bosbeekjes voorbij, later op de dag zullen ze veranderen in golven waarbij een surfplank niet zou misstaan.

Gelukkig waarschuwde Sophie je een week daarvoor nog dat je niet meer in een golfslagbad mag komen of in een te ruige zee moet gaan zwemmen, zo wordt duidelijk weergegeven in het boekje ‘Duik in je weeën’.

De rest van de nacht is vrij onrustig, wat overigens een voorbode is voor de dag die volgt.

Die dag is dan ook doorgebracht met het zitten op de bank en het kijken naar ‘Public enemy number one’. De film is meerdere malen onderbroken, omdat er rondjes moeten worden gelopen en er op de rug moet worden geduwd, om de pijn maar iets te verzachten.

Douchen en in bad zijn ook een verademing. Maar hoe verder de dag vordert en de zondag nadert, bieden eerder genoemde oplossingen geen soelaas meer.

Op stel en sprong ben ik nog naar de winkel gefietst om wat avondeten te halen. Hetgeen vervolgens onaangeroerd op tafel is blijven staan.

Het is ook de avond dat de meest onnozele show van de afgelopen decennia wordt uitgezonden: Hole in the wall, waarbij twee bekende Nederlanders, Beau van Ervendoorn en Gerard Joling met een aantal B-artiesten in een glimmend pakje door gaten in een piepschuim muur moesten duiken. Hilarisch… Uit pure armoe en door uitzinnige spanning hier toch maar met een half oog naar zitten kijken.

Rond een uur of negen wordt de verloskundige erbij geroepen. Zij komt, voelt even gaat weer.

Na elven uur komt zij terug en zijn wij rustig naar het ziekenhuis gereden.

Het moment dat de lege MaxiCosi wordt meegenomen in de wetenschap dat daar enkele uren later een klein wezentje in zal liggen, is prachtig maar op hetzelfde moment nog zo onvoorstelbaar.

In het ziekenhuis is een aparte kamer voor ons ingericht. Compleet met badkamer voor mevrouw en bankbed voor meneer.

Eerst nog even ‘heel ontspannen’ in bad gelegen.

Dan is het daadwerkelijke aftellen echt begonnen.

De gynaecoloog wordt er nog bijgehaald om te overleggen of er een verdoving moest worden toegediend. Na kort overleg wordt daartoe besloten. Alleen op het moment dat de beste man met aankomt, zijn ‘we’ inmiddels zover op weg, dat de tanden nu echt even op elkaar moeten en de man de spuit tussen de benen verdwijnt. Na behoorlijk wat bloed, nog meer zweet en tranen van pijn, maar bovenal van geluk wordt om op 11-10-09 4.40 Lars Leever geboren. Zijn koppie was uiteraard om 4.32 al te zien…

De eerste reactie van papa gaat vanzelfsprekend de boeken in. Hem was namelijk niet verteld dat sommige ledematen ietwat afwijken van de normale proportie die je zou verwachten.

‘Jezus, wat een balzak!’

Zijn ogen vallen helemaal uit zijn kassen als hij het ventje, van slechts enkele minuten oud, boven het aankleedkussen wordt gehouden en zijn eerste pasjes zet.

Grootouders, ooms en tantes worden van het heugelijke nieuws op de hoogte gesteld.

Na een bizarre nacht, slechts anderhalf uur slaap, maakt Lars ons wakker met wat zachtjes gekreun.

De opa’s en oma’s zullen later die ochtend komen om het gezin Leever, wat klinkt dat nu nog gek, op te halen. 

Op de weg naar huis, is vader nog wel zo scherp om uit een afvalcontainer een fantastisch oude paal te trekken die goed van pas komt in het huisje op het dakterras. Waar je al niet druk mee bent…

Thuis staat de kersverse tante ons al op te wachten. Oma Brummen heeft een mooie ‘boom’ gekocht waar iedere bezoeker zijn of haar wens voor Lars op een kaartje kan zetten.

De beide ooms komen later op de dag.

Alhoewel we graag iedereen ons wereldwonder willen laten zien, moeten wij op aanraden van Greetje, vrouw van mijn vader, maar nu vooral kraamhulp, rust houden.

Het is fantastisch dat Greetje onze kraamhulp wil en kan zijn.

Je hoort ook wel eens verhalen van een chagrijnige naar shag meurende kraamhulp die je na een minuut of twee al veel liever kwijt dan rijk bent.

De twee dagen die vader vrij kreeg van zijn werk worden goed besteed. Zo wilde de kleine man niet van de tiet, en moest er hals over kop een kolfmachine worden gehaald, alsmede een weegschaal waar het ventje in moest worden gewogen voor het precieze gewicht.

De nood was redelijk aan de kleine man, want al snel wordt duidelijk dat Lars niet helemaal lekker op gewicht komt.

Dit gegeven maakt direct wat opgepropte kraamtranen bij je los.

Gelukkig sterkt het ventje snel aan en kijkt hij met fris verstand en een ondeugende blik de wereld in.

Het voeden blijft toch wat problematisch, Lars doet rustig een uur over een fles, nadat hij eerst kleine beetjes via fingerfeeding binnen kreeg.

Langzamerhand wordt Lars sterker en sterker.

Vooral het douchen met zijn vader was van meet af aan een feest. Nu we ons geen zorgen meer hoeven te maken over zijn gewicht is het wachten op zijn eerste lach, zijn eerste poging tot omrollen, zijn eerste dit en zijn eerste dat.

We zijn inmiddels bijna negen maanden verder, net zo lang als dat Lars in moeders buik de tijd heeft gehad zich klaar te stomen voor zijn entree in deze wereld.

Hoewel hij een paar keer behoorlijk ziek is geweest, mogen we niet anders zeggen dan dat het een verschrikkelijk heerlijk en makkelijk kereltje is.

De ene morgen komt hij om vijf uur, de andere keer blijft hij rustig liggen tot een uur of zeven, het maakt geen verschil. Je hoeft zijn kamer maar binnen te stappen en je ziet een wild headbangend jochie zich wakker lachen voor een nieuwe dag. Direct ben je vergeten dat je nog moe en slaperig bent of dat het ál tien over zes is.

Wanneer je hem oppakt, kruipt hij nog even lekker in je nek. Moeder krijgt dan een paar natte kussen, papa wordt bij het uitdelen van deze klappers overgeslagen, de stoppelbaard prikt.

Elke dag is opstaan een feest, het gaan werken ietwat minder leuk, maar het thuiskomen weer fantastisch.

Aftellen. 11-10-09. Het aftellen is inmiddels optellen. We tellen alle nieuwe dingen op die Lars meemaakt, uithaalt, en beleeft.

Het WK voetbal is begonnen. Al is dat nauwelijks te merken. Sporadisch hangt er een oranje vlaggetje in de straat, een enkele winkel stunt halfslachtig met oranje merchandise en van enige wedstrijdspanning is nog weinig sprake.